VAKnieuws 022

sorteer op datum sorteer op nummer  
 
22107

Ambtshalve toets belang kinderen bij kinderalimentatie

Rechtbank Rotterdam, 18-11-2022 ECLI:NL:RBROT:2022:10296
Jurisprudentie - Geschilbeslechting
Alimentatie
1:401 BW
Rechtsvraag

Wat is de beoordelingsruimte van de rechter bij een verzoek om nihilstelling kinderalimentatie waartegen geen verweer wordt gevoerd?

Overweging

Hoewel de vrouw geen verweer voert tegen de door de man verzochte nihilstelling vindt de rechtbank het verzoek van de man niet geheel toewijsbaar. Dat wordt hierna uitgelegd.

Vooropgesteld wordt dat de rechtbank moet onderzoeken of de man, op wie als verzoekende partij de stelplicht rust, aan die plicht heeft voldaan. Daar komt bij dat de rechtbank bij de vaststelling (en wijziging) van kinderalimentatie ambtshalve acht moet slaan op de belangen van minderjarige kinderen. In dit verband is ook van belang dat artikel 1:402 BW de rechter grote vrijheid laat bij het vaststellen van de ingangsdatum van de (wijziging van de) kinderbijdrage. Met deze uitgangspunten in het achterhoofd overweegt de rechtbank het volgende.

Op grond van artikel 1:401 BW kan een overeenkomst betreffende levensonderhoud worden gewijzigd, wanneer zij nadien door wijziging van omstandigheden ophoudt aan de wettelijke maatstaven te voldoen.

De man stelt onweersproken dat zijn draagkracht niet meer toereikend is om de eerder overeengekomen kinderbijdrage te voldoen. Er is dan ook sprake van een wijziging van omstandigheden als bedoeld in art. 1:401 BW.

De man heeft niet gesteld dat zijn draagkracht op 7 oktober 2016, dus iets minder dan 2 maanden na de dag van de onderling door partijen getroffen regeling over de kinderbijdrage, al dusdanig laag was dat hij geen enkele kinderbijdrage (meer) kon betalen.

De rechtbank kan dat gebrek aan draagkracht evenmin afleiden uit de stellingen van de man. Zo heeft de man niet gesteld wat zijn inkomen in de jaren 2016 tot en met 2020 concreet is geweest, dan wel welke bijzondere omstandigheden er in die jaren waren om te kunnen concluderen dat dit leidde tot een draagkracht van € 0,-.

Wel is duidelijk dat de man vanaf 30 juni 2021 een uitkering op basis van de Participatiewet ontvangt. De man meent dat die omstandigheid – in ieder geval – met ingang van 1 juli 2021 tot nihilstelling van de kinderbijdrage moet leiden. Dit is niet in overeenstemming met de wettelijke maatstaven. Volgens de richtlijnen van de Expertgroep Alimentatienormen heeft - bijzondere omstandigheden daargelaten - een onderhoudsplichtige ouder (zijnde de niet verzorgende ouder) met een uitkering op basis van de Participatiewet een minimum-draagkracht van € 25,- per maand voor één kind en € 50,- voor twee of meer kinderen.

De man heeft geen bijzondere omstandigheden gesteld die maken dat hij zelfs niet in staat is om dit minimumbedrag bij te dragen.

Daarom zal de rechtbank het verzoek van de man in zoverre toewijzen dat – met wijziging van de eerdere beschikking – de kinderbijdrage met ingang van 1 juli 2021 zal worden bepaald op € 25,- per maand per kind. Voor het overige zal het verzoek worden afgewezen.


 
22071

Kinderalimentatie: geen nihilstelling maar minimale draagkracht

Rechtbank Rotterdam, 11-08-2022 ECLI:NL:RBROT:2022:6807
Jurisprudentie - Geschilbeslechting
Alimentatie
1:401 BW
Rechtsvraag

Is er aanleiding de kinderalimentatie op nihil te stellen, gelet op het verzoek om toetreding tot een schuldhulpverleningstraject?

Overweging

Tijdens de mondelinge behandeling is gebleken dat er veel onduidelijk is. Zo is onder andere niet duidelijk óf de man toe zal treden tot de MSNP, op welke termijn dit plaats zal vinden en met welk bedrag er zal worden afgelost op de schulden. Deze onduidelijkheid zet zich voort in de arbeidsperspectieven van de man: voorheen was de man ziek, is daarna weer gaan werken en is nu weer ziek. 

Gelet op de geringe inkomsten van de man, de onduidelijkheden over het MSNP-traject en de onvoorspelbare vooruitzichten van de man op het gebied van arbeid houdt de rechtbank in redelijkheid rekening met een minimale draagkracht van € 25,- per kind per maand. Mocht de man in de toekomst een MSNP-traject starten, dan ligt het op zijn weg om een nihilstelling aan te vragen via de rechtbank. 

De rechtbank merkt ten overvloede op dat het uitgangspunt is dat schulden onderbouwd en - bij een gemotiveerde betwisting - bewezen moeten worden om een nihilstelling te rechtvaardigen. Het enkele bestaan van de schulden en een verzoek van de gemeente om, vooruitlopend op toelating tot een minnelijk traject, alvast een nihilstelling te vragen aan de rechtbank is niet voldoende. Daarbij komt dat de vrouw onevenredig wordt belast met een nihilstelling (zonder een toelating tot de MSNP), omdat een herleving van de kinderalimentatie enkel zal optreden middels een rechtens relevante wijziging van omstandigheden terwijl bij een nihilstelling ingevolge een MSNP (of WSNP) de kinderalimentatie automatisch wordt hervat.


 

VAKnieuws is een initiatief van en wordt u aangeboden door centrum permanente educatie.


VAKnieuws houdt u middels praktische en uitgekiende samenvattingen op de hoogte van belangrijke juridische ontwikkelingen. Al het vaknieuws wordt met uiterste zorg samengesteld. De samenstellers, makers en centrum permanente educatie zijn niet aansprakelijk voor enigerlei schade als gevolg van het gebruik van dit vaknieuws.